Het tweede verhaal gaat over Micky. Hij woont bij Boudewijn en de eerste hoofdstukken over Micky gaan over de belevenissen met hem. In Artis, naar de oma van Boudewijn, op vakantie naar Italië. Micky vraagt Boudewijn de oren van zijn kop. Ze beleven een gezellige tijd samen en later wil hij hem terug brengen naar Mieke. Als Mieke daar bezopen op de bank ligt (zoals wel vaker) besluit Boudewijn dat Micky voorlopig maar bij hem moet wonen. Onderweg en thuis is Micky misselijk en kotst alles onder.
In hoofdstuk elf gaat Boudewijn voor een paar dagen, naar Parijs met vrienden. Micky blijft ondertussen logeren bij Gerda, een vriendin van Mieke. Ondanks dat Boudewijn tegen Gerda heeft gezegd dat ze Micky absoluut niet aan Mieke mee mag geven, doet ze dat toch. Als Micky bij Mieke is valt hij van de trap en knapt er iets in zijn hersenen en. Hij ligt in coma. Als Boudewijn uit Parijs terugkomt hoort hij het verhaal en gaat naar Mieke en scheldt haar de huid vol. Daarna gaat hij naar het ziekenhuis. De dokter legt hem uit dat het gezwel in zijn hoofd is geknapt. Hij vertelt ook dat zijn zoon eigenlijk dood is en dat het geen zin meer heeft om hem in leven te houden.
Boudewijn besluit na veel nadenken en verdriet om de behandeling te stoppen. Hij heeft veel moeite met het verwerken van het verdriet. Hij besluit om Micky te laten cremeren. Hij kwelt zichzelf hier nog meer mee, hij wil dat er geen spoor meer van Micky op aarde blijft bestaan. Boudewijn wil ook in zijn eentje op de crematie zijn. Omdat Boudewijn gek is op de Rolling Stones, net als Micky was, werd op de begrafenis het lievelingsnummer van Micky 'Out of time' gedraaid. Of 'oudovtaim' zoals Micky het zelf uitsprak.
Later, zes jaar na de dood van Micky, bezoekt hij het crematorium nog een keer om een artikel te schrijven. Hij beseft dan dat hij de dood van Micky nog steeds niet verwerkt heeft. Hij besluit om Mickys micrografie te schrijven.
Het boek heet "de kleine blonde dood" omdat: er in hoofdstuk 16 een flashback is van een "gesprek" tussen Boudewijn en Mieke, Boudewijn is kwaad omdat Mieke steeds dronken wordt, en zegt:,, Soms schrik ik ‘s nachts wakker van het idee dat je een auto ongeluk krijgt, en dan is die kleine blonde(Micky) dood." Nadat hij dat had gezegd vond hij het wel een mooie titel voor een boek, dus schreef hij hem in zijn dagboek.
2. Soort boek
Het is literatuur, en het boek is een roman. Het is een beschrijving van een deel van Boudewijns leven, dat in de vorm van een roman is opgeschreven.
3.1 Wat zijn de hoofdpersonages/bijfiguren
De hoofdpersonages zijn: Vader van Boudewijn, Micky en Boudewijn.
De bijfiguren zijn: Mieke en de moeder van Boudewijn.
3.2 Welke personages zijn karakters en welke types
Karakters zijn: Vader van Boudewijn, Micky en Boudewijn.
Types zijn: Mieke, Fleurette en de moeder van Boudewijn.
3.3 De hoofdpersonages
Vader van Boudewijn:
Hij is ± 45 jaar (in het begin) en heeft een oorlogstrauma, en daardoor een onvoorspelbaar karakter. Soms kan hij opeens heel erg kwaad worden. Hij heeft veel invloed op zijn vrouw en kinderen, hij verbiedt ze: om TV te kijken, naar Duitsland te gaan en zo nog enkele onnozele dingen.
Zijn vader is joods van Duitse afkomst, hij heeft donker haar en zwarte ogen. Hij gedraagt zich soms vreemd en kan opeens kwaad op iemand worden. In de loop van het verhaal wordt het trauma niet minder, en moet hij zelfs naar een inrichting.
Micky:
Is 6 jaar als hij dood gaat in het boek. Hij heeft een aardig karakter, en stelt vaak slimme vragen. Hij heeft blond haar en een normaal postuur. Hij woont bij Boudewijn en heeft eigenlijk geen moeder(die is altijd dronken).
Zijn karakter verandert niet in het verhaal. Micky mag veel van zijn vader en wordt niet streng opgevoed. Hij heeft een grote invloed op zijn vader. Eerst wilde Boudewijn geen kind, toen Micky geboren was, hield hij veel van hem
Boudewijn:
Aan het eind is Boudewijn ± 27 jaar. Hij heeft blond haar en blauwe ogen. Toen hij jong was gedroeg hij zich beleefd en rustig. Dat moest wel omdat zijn vader zo agressief was.
Toen hij ouder werd, werd hij brutaler en tegen "vreemden" een beetje onverschillig. Dat kwam ook door zijn opvoeding.
Hij heeft steeds meerdere "relaties" tegelijk met mannen en vrouwen. In de loop van het verhaal wordt zijn leven wel wat rustiger, omdat hij veel met Micky doet. Hij heeft wel veel invloed op zijn vriendin.
Doordat Boudewijn steeds zegt dat hij homosexueel is, gaat Mieke aan de drank en wil ze Micky haast nooit meer zien. Hij vindt zelf dat je meerdere relaties tegelijk kunt hebben.
3.4 De bijfiguren
Mieke:
Is de vriendin van Boudewijn. Ze krijgt een kind van Boudewijn(Micky) en kan er niet tegen dat hij buiten haar nog een vrouw en man heeft. Ze krijgt daar veel problemen mee, en maakt steeds meer ruzie met Boudewijn.
De moeder van Boudewijn:
ze is zelf eigenlijk ook een beetje bang voor haar man die een oorlogstrauma heeft. Ze moet de kinderen veel verbieden omdat vader anders kwaad wordt. Ze heeft niet echt een leuk leven. De kinderen houden wel veel van hun moeder.
4. Tijd
Het verhaal speelt zich af tussen de jaren `50 en `80. Tussen het begin en eind verloopt ± 30 jaar. Het verhaal is absoluut niet chronologisch. Het hele verhaal bestaat uit flashbacks, die er zijn om te laten zien wat het verschil tussen de relatie van Micky met zijn vader en de relatie van Boudewijn met zijn vader is. Er zijn veel sprongen in de tijd, soms ga je 30 jaar terug, dan weer 5.
5. Vertelsituatie
Je beleeft het verhaal door de ogen van Boudewijn. Het verhaal is geschreven in de Ik-persoon.
6. Ruimte
Het verhaal speelt zich af in het huis waar Boudewijn met zijn broers en ouders woonde, en daarna in de stad waar hij met Micky woont.
Belangrijk is het ouder lijk huis van Boudewijn en het huis waar hij met Micky woont, Omdat daar veel gebeurd.
7. Opbouw
Het verhaal begint midden in een flashback waar Boudewijn op schoolreis is.
Het probleem is dat hij een kind verwekt heeft en het niet wil hebben.
De oplossing is er eigenlijk vanzelf. Zodra Micky er is houdt hij veel van hem, en wil hij hem niet meer kwijt.
De belangrijkste gebeurtenis is als Micky dood gaat. Want dat is hetgeen waar het omgaat om die kleine blonde dood.
Het hoogtepunt is als Micky van de trap valt.
Het boek eindigt in een flashback die over een schemerlamp gaat. Mieke zegt:,, Toen we hem(Micky) maakten hadden we die lamp aan." Tegen mijn gewoonte in snauwde ik(Boudewijn) niks terug. Ik had willen antwoorden dat ik dronken was die nacht. Het was zinloos.
8. Thema en motieven
Het thema is de vader zoon relaties.
Motieven zijn: Oorlogservaringen, trauma’s, de steeds terugkerende ruzies tussen Mieke en Boudewijn over Micky en Boudewijns relatie.
9. Bedoeling
Hij wil vertellen hoe sterk de band tussen een zoon en vader kan zijn.
10. Taal
Het taal gebruik vond ik niet moeilijk alles was goed te begrijpen. Het verhaal bevat redelijk veel dialogen.
11. Informatie over de schrijver
Boudewijn Büch(geboren 1948 in Den Haag) Zat op het gymnasium en studeerde Duits en Nederlands. Na zijn studie publiceerde hij gedichten, essays(verhaal over iemands mening) en romans .Hij werkt als journalist en columnist voor verschillende bladen. Hij is bekend geworden door zijn TV programma’s over kunst, literatuur en reizen.
Hij heeft een moeilijke jeugd gehad. Zijn werk is autobiografisch, maar hij veranderd wel dingen. Belangrijke onderwerpen in zijn werk zijn: relatie tussen vader en zoon, homosexualiteit en zijn dode kind.
De kenmerken van zijn boeken zijn: een makkelijk leesbare stijl, een overzichtelijk bouw en er is een sterke samenhang tussen zijn verschillende boeken.
Schrijven is voor hem een soort therapie omdat hij verstrikt zit, in een warboel van emoties en relaties. Zo kan hij alles op een rijtje zetten.
Hij schreef onder andere: Het Dolhuis, De Hel, De Rekening, Links!, Weerzien en het Bedrog.